"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Internationale samenwerking en meervoudig werkgeverschap: onbekend maakt onbemind

“Deze overzichtelijke integratie van alle bruikbare juridische oplossingen – waarvan de meeste overigens al vrij lang bestaan – is voor België een primeur.” Julie Van Kerckhoven, Senior Manager bij Van Havermaet schreef samen met haar collega’s Elke Sweldens en Anna Mordkowicz de hoofdstukken over internationale samenwerking en meervoudig werkgeverschap.


In een reeks van vier afleveringen bespreken we samen met de externe auteurs van de NextConomy ‘Juridische Gids voor Opdrachtgevers’ de opmerkelijkste onderdelen. U kan deze gids nog steeds gratis downloaden en ook het bijhorende webinar staat online.


Waarom deze gids belangrijk is

Julie Van Kerckhoven, die als juriste gespecialiseerd is in sociaal recht (arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht), heeft de volledige gids aandachtig doorgenomen. Op de vraag wat haar aangenaam verraste, heeft ze meteen een reeks voordelen klaar: “De heldere inleiding over alle vormen van externe arbeid is sowieso een must-read. Hij bevat een waardevolle overzichtstabel over alle mogelijke samenwerkingsvormen van interne en externe flexibiliteit. Er is ook goed nagedacht over de structuur van de gids want dankzij de eenvormige format komen in elk hoofdstuk dezelfde vragen terug. Het is ook mooi dat de inmiddels bekende figuur op pagina 11 van de Gids van ‘The extended enterprise’– dat alle mogelijke werkvormen in één enkel beeld weet te vatten – als een rode draad steeds terugkeert.”

“Je kan met het Belgisch recht heel creatief zijn. Beschouw elk contract dus niet alleen als een noodzakelijke tool  maar ook als een opportuniteit om creatief te zijn in de  juridische invulling van je samenwerkingsproject!”

“Per onderdeel bevat de gids ook telkens de nodige gebruikerstips en alarmbellen, ook niet onbelangrijk. Maar ondanks zijn inzichtelijk kader ontslaat de gids je niet van de zorgvuldigheidsplicht om eens er een contract gesloten wordt toch nog een jurist in te schakelen.”

Verder bevestigt ze dat deze overzichtelijke integratie van alle bruikbare juridische oplossingen – waarvan de meeste overigens al vrij lang bestaan – voor België inderdaad een primeur is.

 “Deze wettelijke materie verandert in België ook niet zo snel. Er zijn wel af en toe detailwijzigingen maar de grote principes liggen al jaren vast.” Daarmee denkt ze meteen aan de uitzendarbeid, de regels rond schijnzelfstandigheid en het verbod van terbeschikkingstelling van personeel. “Het is nu vooral wachten op wat de Europese Richtlijn rond platformwerk zal teweegbrengen.”

Ze voegt er nog snel een toepasselijke tip aan toe voor onze lezers:

“Opdrachtgever of werkgever, denk altijd op voorhand na hoe je een bepaalde samenwerking gaat organiseren. Werk niet zomaar samen met een derde partij, maar denk eerst goed na over wat je precies nodig hebt. Bijvoorbeeld expertise of extra werkkrachten? Informeer je op voorhand over de mogelijkheden en bepaal pas daarna de juridische contractvorm.”

Als er dan toch een puntje van (opbouwende) kritiek mag worden gegeven: ”De gids bevatte iets te weinig plaats voor nuancering.” Maar de lezer weet natuurlijk wel dat hij voor meer concrete info terecht kan bij de auteurs.

Waarom de gids ook relevant is voor HR

Volgens Julie klopt het dat ‘extern talent’ voor menig HR-manager nog steeds onbekend terrein is. “In grote bedrijven weten zij vaak niet wie er allemaal rondloopt in de organisatie, ze durven zich daar ook weinig mee te moeien omdat ze het fijne niet weten van de juridische implicaties en aansprakelijkheden van die contractvormen. Mensen zonder achtergrond in het arbeidsrecht leren dat ook nergens. Misschien kan deze gids voor velen een eerste eyeopener zijn om zich wat meer te verdiepen in het ‘extern talent’ en daar wat meer betrokkenheid mee op te bouwen? Dit zal essentieel zijn in het aan boord houden van schaarse talenten.”

Waarom ook de internationale dimensie belangrijk is

“Ik moet bekennen dat wij wat moeite hadden om internationale samenwerkingsvormen zo beknopt weer te geven want je kan internationale samenwerking’ zeer breed opvatten. Eigenlijk verdient ‘internationale en digitale samenwerkingsvormen’ een volwaardige aparte Nextconomy gids.” lacht ze. “Ook zou je eens kunnen vergelijken hoe onze buurlanden daar mee omgaan, hoe zij hun bedrijven werknemers van over de  grens aantrekken.”

In de gids focusseert ze vooral op een figuur waarvoor in België geen specifieke wettelijke regeling bestaat: het geval dat een werknemer een arbeidsovereenkomst sluit met een Employer of Record (EOR) maar enkel diensten verricht voor een bepaalde klant van die EOR, de feitelijke werkgever. “Dat mag hier dus niet, omwille van het verbod op terbeschikkingstelling van personeel. De EOR-optie is wel interessant voor Belgische bedrijven die buitenlands talent willen tewerkstellen vanop afstand (vanuit hun eigen land). Voorwaarde is dan wel dat de arbeidswetgeving in het desbetreffende land dit toelaat.”

Ze waarschuwt: “We zien EOR’s regelmatig opduiken, maar er bestaan veel misverstanden over. Bedrijven vertrouwen er op dat dit juridisch allemaal in orde is, maar bij EOR’s in België is dat dus standaard niet het geval. Dat is vooral jammer voor Belgische werknemers die graag vanuit België hun talenten digitaal aan een buitenlands bedrijf zouden willen aanbieden.”

“Werk nooit zonder een contract met externen! Dat is mijn  allerbelangrijkste tip.”

Waarom werkgevers onderling meer moeten kunnen samenwerken

De hele problematiek rond EOR’s valt te kaderen binnen het uitdrukkelijk verbod in België om het gezag, de leiding en het toezicht van de werkgever over te dragen aan een derde partij. Verschillende andere Europese landen kennen dit verbod niet. De belangrijkste structurele uitzonderingen op dit verbod zijn uitzendarbeid en de werkgeversgroepering.

Dit laatste is een systeem waarmee meerdere werkgevers zich kunnen groeperen in een VZW om samen één of meer werknemers aan te werven en te werk te stellen. In het hoofdstuk “Meervoudig werkgeverschap” in de Juridische Gids namen ze de figuur van deze “Werkgeversgroepering” als vertrekpunt. Het gaat hier om een echte vzw die maximaal 50 mensen voor onbepaalde duur in dienst kan nemen en dan kan uitlenen aan de leden.

“Dat kan een flexibele oplossing zijn voor sectoren of bedrijven die kampen met een personeelstekort want zo creëer je een grote talentpool en eventueel ook een grote mogelijkheid tot interne flexibiliteit. Dat kan een oplossing zijn voor ziekenhuizen, woonzorgcentra, horeca, poetsdiensten en zo meer. Er zijn wel belangrijke administratieve voorwaarden maar strictu sensu hoeven deze leden-ondernemingen zelfs niet met elkaar verbonden te zijn.”

“We kennen weinig voorbeelden van werkgeversgroeperingen en daarom vonden we het nuttig om dat eens in de verf te zetten” vervolgt ze. “Strikt juridisch is dat toch een praktische oplossing, niet? We zijn altijd benieuwd om de ervaringen van ondernemers te horen!”

Lees ook :

Philip Verhaeghe
Philip Verhaeghe is een onafhankelijk governance adviseur en een freelance redacteur over ondernemerschap en bestuur voor vakbladen, bedrijven en organisaties. Onderzoekt zowel de nieuwste trends als de klassieke uitdagingen die het verschil kunnen maken in de bestuurskamer of het directiecomité. Is als freelance redacteur ook actief voor onder meer Bestuurder”, “Guberna” en “Etion”. Werkte als algemeen secretaris voor VKW, het Instituut voor Bestuurders, Corgo en RNCI. Bekijk alle berichten van #Philip Verhaeghe