Waarom worden mensen zelfstandige?
De studie van Paul de Beer, gepubliceerd door AIAS-HSI van de Universiteit van Amsterdam, werpt licht op de vraag waarom steeds meer mensen kiezen voor werk als zelfstandige. Dit onderzoek baseert zich op gegevens uit de Waarde van Werk Monitor, die drie golven van data verzamelde tussen 2019 en 2023. Het richt zich specifiek op de overgang van werknemers naar zelfstandigen en onderzoekt zowel persoonlijke voorkeuren als werkgerelateerde factoren die deze keuze beïnvloeden.
Belangrijkste conclusies
-
Motieven voor zelfstandigheid
Het onderzoek onderscheidt vier hoofdredenen waarom mensen zelfstandige worden:
- Economische motieven, zoals belastingvoordelen en inkomensverwachtingen.
- Niet-economische motieven, waaronder autonomie, zelfverwerkelijking en maatschappelijke bijdragen.
- Passie voor ondernemerschap, wat vooral geldt voor “echte” ondernemers met een eigen bedrijf.
- Angst om te falen, wat juist een remmende factor is.
Niet-economische motieven blijken over het algemeen belangrijker dan economische redenen. Voor veel freelancers speelt de wens voor meer autonomie een centrale rol, terwijl kwetsbare freelancers vaak uit noodzaak zelfstandige worden vanwege een gebrek aan alternatieven in loondienst.
-
Wie worden zelfstandige?
Het onderzoek toont aan dat bepaalde groepen vaker zelfstandige worden:
- Hoogopgeleiden hebben een drie keer hogere kans om zelfstandige te worden dan laagopgeleiden.
- Personen tussen 35 en 44 jaar en ouderen (65-69 jaar) maken relatief vaak de overstap.
- Mensen met flexibele contracten, werklozen en studenten hebben eveneens een grotere kans om zelfstandige te worden.
- Personen met thuiswonende kinderen gaan vaker zelfstandig werken dan alleenstaanden of jongeren die bij hun ouders wonen.
-
Contextuele factoren
Naast individuele motieven spelen macro- en microfactoren een grote rol:
- Macrofactoren zoals economische omstandigheden en beleid (bijvoorbeeld belastingregels) beïnvloeden de keuze voor zelfstandig werk.
- Op microniveau zijn financiële buffers, huishoudsituatie en beschikbaarheid van werkruimte belangrijke factoren.
Aanbevelingen
Op basis van deze inzichten doet het onderzoek enkele beleidsaanbevelingen:
- Verbetering van sociale bescherming: Veel freelancers missen de voordelen van werknemers in loondienst, zoals sociale zekerheid. Beleidsmakers zouden moeten overwegen hoe deze groep beter beschermd kan worden tegen risico’s zoals inkomensverlies of ziekte.
- Ondersteuning van kwetsbare freelancers: Voor freelancers die uit noodzaak werken of financieel afhankelijk zijn van één opdrachtgever, is het belangrijk om schijnzelfstandigheid te voorkomen door duidelijke regelgeving en handhaving.
- Stimuleren van ondernemerschap: Voor echte ondernemers kan beleid gericht op toegang tot kapitaal en innovatie ondersteuning bieden om groei te bevorderen.
Zijn de conclusies toepasbaar op België?
De situatie in België vertoont veel overeenkomsten met Nederland, vooral wat betreft het groeiende aantal zelfstandigen zonder personeel (freelancers). Ook in België spelen autonomie en flexibiliteit een belangrijke rol bij de keuze voor zelfstandig werk. Daarnaast kent België vergelijkbare uitdagingen rond schijnzelfstandigheid en sociale bescherming voor freelancers. De aanbevelingen uit deze studie zijn dus grotendeels toepasbaar op België, maar specifieke verschillen in arbeidsmarktbeleid en sociale zekerheid moeten wel in acht worden genomen.
Over de auteur
Paul de Beer is hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam en verbonden aan AIAS-HSI. Hij heeft uitgebreide ervaring in onderzoek naar arbeid, sociale zekerheid en economische ongelijkheid. Dit onderzoek is belangrijk omdat het inzicht biedt in een trend die zowel sociaal-economische als beleidsmatige implicaties heeft: de groeiende groep zelfstandigen zonder personeel in Europa.
Je kan het rapport hier downloaden.
Lees ook: