SLUIT MENU

Nieuw akkoord over Europese Platformrichtlijn: geen vaste criteria, meer ruimte voor eigen invulling per land

Het Europees Parlement en de Raad hebben een akkoord over de richtlijn om arbeidsvoorwaarden van platformwerkers te verbeteren, nadat het vorige voorstel op het laatste moment toch niet werd aangenomen. Lidstaten mogen nu zelf de criteria bepalen om onderscheid te maken tussen freelancers en werknemers. Dit is een voorstel van België, dat vanaf 1 januari het EU-voorzitterschap van Spanje heeft overgenomen.

Het Europees Parlement en de Raad hebben donderdag een nieuw akkoord bereikt over de zogenaamde Platformrichtlijn. Dit is een wet die de arbeidsvoorwaarden van platformmedewerkers in Europa moet verbeteren.

“Het is een evenwichtige richtlijn die werknemers en goede werkgevers beschermt en zorgt voor een Europees gelijk speelveld,” zegt Europarlementariër Elisabetta Gualmini in een persbericht. In het wetsontwerp staan ook regels voor management door algoritmes en dat is een primeur, benadrukt zij. Die regels zijn wel een stuk minder concreet dan ooit de bedoeling was.

** UPDATE: dit aangepast voorstel blijkt nog niet op voldoende steun onder EU landen te hebben. Zie onderaan dit bericht voor korte update. 

Basis: criteria voor algoritmisch management

In december werd er al een voorlopig akkoord aangekondigd, maar op het laatste moment was er toch geen meerderheid voor het voorstel. In de oorspronkelijke richtlijn stonden vijf indicatoren voor zogenaamd ‘algoritmisch management’. Als de relatie tussen het platform en de werkende voldoet aan minstens twee van de vijf criteria, dan geldt een rechtsvermoeden van werknemerschap.

Dit houdt in dat een platformwerker aanspraak kan maken op werknemersrechten, zoals minimumloon en een veilige werkplek. Ook overheden, vakbonden en andere vertegenwoordigers van werkenden kunnen zich op dit recht beroepen namens de platformwerkers. Is het platformbedrijf het er niet mee eens? Dan moet het platform bewijzen dat de werknemer niet in dienst is.

Van vaste criteria naar eigen interpretatie per land

In het voorstel uit december stonden specifieke criteria die voor de hele EU gelden. In het nieuwe akkoord staat dat lidstaten zelf moeten bepalen wat die criteria voor algoritmisch management precies zijn. Dit is een voorstel van België, dat vanaf 1 januari het EU-voorzitterschap van Spanje heeft overgenomen.

België wil namelijk vaart maken met de nieuwe regels. Het voorzitterschap wil veel EU-wetten af hebben voor de Europese verkiezingen in juni, omdat het linkse blok in het parlement na de verkiezingen waarschijnlijk kleiner is. Dit zijn juist de partijen die vóór regulering zijn.

Het voorstel is op diverse punten minder strikt dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. Zo stond in de eerste versie van de richtlijn dat platformwerkers automatisch in loondienst zouden zijn als ze voldoen aan de criteria. In de laatste versies moet de werkende (of een vertegenwoordiger) actief beroep doen op de wet.

Regels voor algoritmisch management

In de nieuwe richtlijn staat verder welke beslissingen platformen niet aan algoritmes mogen overlaten. Daar was geen weerstand tegen, dus die regels zijn hetzelfde als in het voorstel uit december. Iemand ontslaan of zijn account bevriezen mag bijvoorbeeld niet zonder menselijk toezicht. Ook zijn platformen voortaan verplicht om eerst de gevolgen te analyseren, voordat ze bepaalde beslissingen over arbeidsomstandigheden overlaten aan algoritmes.

Er zijn ook richtlijnen voor gebruik van data door platformen. Zo mogen zij geen persoonlijke gegevens verwerken. Denk daarbij aan informatie over geloofsovertuiging of privégesprekken met collega’s. Verder zijn platformen verplicht om informatie over freelancers door te geven aan de nationale autoriteiten en vertegenwoordigers van platformwerkers.

Tot slot is er speciale aandacht voor flexbemiddelaars. Er staat expliciet in dat een platform de regels niet kan omzeilen via tussenpersonen. Lidstaten moeten zorgen dat platformwerkers via tussenbureaus dezelfde rechten hebben als degenen die rechtstreeks voor het platform werken.

Vervolg traject Platformrichtlijn

Of het inderdaad lukt om de Platformrichtlijn op tijd af te hebben, is de vraag. De lidstaten moeten namelijk nog instemmen. Daar ging het in december mis, maar liefst 12 landen waren tegen. Ondertussen lobbyen platformbedrijven tegen het voorstel. Taxibedrijven Uber, Bolt en Free Now noemen het nieuwe akkoord ‘overhaast’ en roepen lidstaten op het te verwerpen.

Lees ook:

UPDATE : 16 februari 2023  

Het is toch toch nog niet gelukt om een gekwalificeerde meerderheid van de EU landen achter dit voorstel te krijgen. Onder meer Frankrijk en Duitsland hebben aangegeven nog steeds niets in de richtlijn te zien.

 

Redactie / Rédaction / Editors NextConomy Bekijk alle berichten van NextConomy