Nederland gaat naar de stembus. Groeiende aandacht voor Belgische wetgeving voor zelfstandigen
Nederland kiest een nieuw parlement. Bij de formatie van het nieuwe kabinet zal waarschijnlijk ook gekeken worden hoe in België sociale zekerheid voor zelfstandigen is georganiseerd. En hoe de Belgische wetgever zorgt voor een juridisch onderscheid tussen loontrekkende en zelfstandige.
Nederlanders hebben vandaag (17 maart 2021) de kans om hun stem uit te brengen voor een nieuw parlement. Grote politieke verschuivingen worden niet verwacht. In een vrij tamme campagne stond onder andere de hervorming van de arbeidsmarkt centraal. Liberaliseringsmaatregelen uit het begin van deze eeuw hebben volgens veel partijen en deskundigen geleid tot een te groot aantal flexcontracten en een uit de kluiten gegroeid aantal freelancers.
Freelancers, in Nederland ook wel zelfstandig professionals of zzp’ers genoemd, hebben in vergelijking met België nauwelijks een collectief georganiseerde sociale zekerheid. Ook over de vraag wanneer iemand nu wel of niet door een organisatie ingehuurd kan worden als freelancer woedt in Nederland al jaren een fel politiek debat. Liberale partijen willen veel ruimte laten voor werkenden om zelf een keuze te maken voor de gewenste contractvorm. Meer links georiënteerde partijen staan voor meer beperkende regels om zo misbruik te voorkomen.
Kijken naar België
Om uit deze impasse te komen is er vanuit een aantal politieke partijen, waaronder de Christendemocraten, een groeiende interesse naar de Belgische aanpak. Bijvoorbeeld om net zoals in de Belgische Arbeidsrelatiewet criteria vast te leggen wanneer er wettelijk sprake is van een loontrekkende of zelfstandige. Een dergelijke wet is er in Nederland niet. Ook het feit dat België in een beperkt aantal economische sectoren werkt met een ‘weerlegbaar vermoeden van een arbeidsovereenkomst’ kan op enthousiasme rekenen.
Ook het feit dat de verschillen in sociale zekerheid tussen zelfstandigen en een werknemers in België veel kleiner zijn, trekt in Nederland de aandacht.
Het gelijker behandelen van werknemers en zelfstandigen lijkt een reden te zijn dat er in België minder politieke discussie is over schijnzelfstandigheid.
Onderzoek
Onze collega’s van ZiPconomy schreven, in opdracht van de ondernemersorganisatie ONL en kennisbemiddelaar HeadFirst, een studie waarin de Nederlandse problematiek werd vergeleken met België, Scandinavië en nieuwe wetgeving in Californië. Naar aanleiding van die studie merkte Han Kolff, CEO van HeadFirst op: “Het gelijker behandelen van werknemers en zelfstandigen lijkt een reden te zijn dat er in België minder politieke discussie is over schijnzelfstandigheid. Een breder sociaal stelsel voor zelfstandigen, zoals België dat kent, zou ook in Nederland kunnen werken.” België als gidsland voor Nederland; het kan verkeren.
Na de verkiezingen staat Nederland wellicht een lastige formatie te wachten. De huidige coalitie van Liberalen en Christendemocraten verliest mogelijk haar nu al krappe meerderheid en het aantal partijen in de toch al versplinterde Tweede Kamer neemt waarschijnlijk alleen maar toe.
Meer weten?
- Zie hier voor het rapport “Zelfstandigheid, flexibiliteit en sociale zekerheid. Een kijkje over de grens.”
- Zie ook de NextConomy & ZiPconomy debatavonden in 2018 en in 2019 – met oa Maggie De Block – over het verschil in wetgeving en sociale zekerheid in Vlaanderen/België en Nederland.