Forse groei in tijdelijk werk en aantal part-timers
Steeds meer inwoners van de Europese Unie werken tijdelijk en/of deeltijds. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat, het Bureau voor de Statistiek van de Europese Unie.
Tijdelijk werk
Het aantal tijdelijke werkkrachten in de EU steeg van 11% in 2002 tot 13,4% in 2017.
Het aantal tijdelijke werkkrachten varieert tussen de lidstaten onderling. Polen en Spanje staan bovenaan (beide 26%), gevolgd door Portugal (22%) en Kroatië (20%). Roemenië (1%), Litouwen (2%), Estland en Letland (beide 3%) onderaan. België eindigt onder het EU-gemiddelde (9,8%).
Ongeveer evenveel vrouwen als mannen oefenen een tijdelijke baan uit in 2017: 14% tegenover 13%.
Deeltijds werken
Daarnaast blijkt uit de cijfers van Eurostat dat steeds meer mensen kiezen voor een deeltijdse baan. Hun percentage is gestegen van 15% in 2002 tot 19% in 2017.
Vooral vrouwen kiezen voor een deeltijdse job: 31% tegenover 8% van de mannen.
Het aantal parttimers varieert van lidstaat tot lidstaat. Koploper is Nederland (47%), gevolgd door Oostenrijk (28%), Duitsland (27%), België en het Verenigd Koninkrijk (beide 24%). Bulgarije (2%), Hongarije (4%) en Kroatië (5%) tellen het minst aantal deeltijdse werkers.