Voorafbetalingen van belastingen: geen optie, maar een must
Uw vennootschap wordt verondersteld om doorheen het jaar voorschotten te betalen op de uiteindelijke belasting. Doet uw vennootschap deze voorafbetalingen niet, dan rekent de fiscus een belastingvermeerdering aan: een soort interest op uw laattijdige betaling.
Opgelet: sinds het Zomerakkoord is die belastingverhoging verdrievoudigd. Hou de deadlines dus strikt in de gaten.
U kunt er niet onderuit: op de uiteindelijk verschuldigde belasting rekent de fiscus standaard een belastingvermeerdering aan, als u doorheen het jaar geen voorafbetalingen deed. Sinds het Zomerakkoord bedraagt die vermeerdering 6,75%, dat is drie keer zoveel als voorheen (2,25%). Het percentage van 2,25% blijft wel nog geldig voor de zelfstandigen zonder vennootschap.
Verduidelijking met voorbeeld
Stel: u schat de belastbare winst van uw vennootschap tegen het einde van uw boekjaar op 100.000 euro. Een positief gevolg van het Zomerakkoord is dat de vennootschapsbelasting verlaagd werd, en u in dit geval in de belastingschijf van 29,58% terechtkomt: uw belasting bedraagt dan 29.580 euro (100.000 x 29,58%). Maar, als u dit volledige bedrag niet op voorhand aan de fiscus betaalt, dan bedraagt uw belastingvermeerdering maar liefst 1.996,65 euro (29.580 euro x 6,75%).
De deadlines
Er zijn vier tijdstippen waarop u voorafbetalingen aan de fiscus moet doen. Als uw boekjaar samenvalt met het kalenderjaar gaat het om 10 april 2018, 10 juli 2018, 10 oktober 2018 en 20 december 2018. In principe kunt u dus tot 20 december wachten om uw voorafbetalingen te doen. Maar let op: de voorschotten geven u recht op een vermindering van uw belastingverhoging, en dat percentage daalt naarmate u later stort:
- Voorafbetaling vóór 10 april: 9% belastingvermindering
- Voorafbetaling vóór 10 juli: 7,5% belastingvermindering
- Voorafbetaling vóór 10 oktober: 6% belastingvermindering
- Voorafbetaling vóór 20 december: 4,5% belastingvermindering
Hoeveel stort u het best (per keer)?
Idealiter stort u vóór 10 april al 75% van uw geschatte belasting aan de fiscus door. Hernemen we ons voorbeeld van hierboven, dan komt dat neer op 22.185 euro (29.580 euro x 75%). Die betaling geeft immers recht op een vermindering van 1.996,65 euro (22.185 euro x 9%). Met andere woorden: uw standaard belastingverhoging van 1.996,65 euro wordt al met uw eerste voorafbetaling tot nul herleid.
U mag natuurlijk spreiden. Betaalt u vóór 10 april 15.000 euro (vermindering: 1.350 euro) en vóór 10 juli 8.630 euro (vermindering: 647,25 euro), dan vermijdt u de belastingverhoging ook. Wacht u echter tot 20 december, dan moet u al 150% (!) van uw geschatte belasting betalen om de interest te vermijden. In ons voorbeeld komt dit neer op een fikse voorafbetaling van 44.370 euro.
Speciale gevallen
1. De 10% extra belasting bij een liquidatiereserve
U hebt de mogelijkheid om uw vennootschapswinst (uw winst na vennootschapsbelasting) op te nemen in een zogeheten ‘liquidatiereserve’. De 10% extra vennootschapsbelasting die u daarvoor betaalt, moet u niet vooraf betalen aan de fiscus en heeft geen impact op uw belastingvermeerdering.
2. De bijzondere heffing bij het niet-naleven van de minimale bezoldiging
Als vennootschap moet u in de regel aan minstens één bedrijfsleider natuurlijke persoon een minimale bezoldiging toekennen. Doet u dat niet, dan wordt uw winst sowieso belast aan 29,58% (in plaats van soms 20,40%) en betaalt u een bijkomende (aftrekbare) heffing van 5,1% op het tekort aan loon dat niet is toegekend. Ook met deze heffing hoeft u geen rekening te houden bij uw voorafbetalingen.
3. Vrijstelling mogelijk?
Enkel een nieuw opgerichte vennootschap is gedurende haar eerste drie boekjaren vrijgesteld van voorafbetalingen en zo ook de belastingvermeerdering.