Wat verandert er voor kmo’s en zelfstandigen in 2019
Een nieuw jaar betekent steevast een hoop nieuwe wetten. Ook kmo’s en zelfstandigen ontsnappen er niet aan. Daarom lichten wij de essentiële veranderingen voor u toe.
1. Minder vennootschappen, meer flexibiliteit
Het Belgische vennootschapsrecht was lang een juridisch kluwen waar veel ondernemers kop noch staart aan krijgen. Maar daar komt verandering in: dit jaar krijgen de spelregels in principe een broodnodige update. De belangrijkste wijzigingen op een rij:
- Slechts 4 vennootschapsvormen
Het gros van de maar liefst 17 verschillende vennootschapsvormen verdwijnt. De hervorming brengt het overaanbod namelijk terug tot 4 basisvormen: de bv (die dé standaardvorm wordt), de nv, de cv en de maatschap. - Een flexibele en moderne bv
Samenwerken met (wisselende) vennoten is door de vele historisch gegroeide regels niet altijd even makkelijk. De nieuwe wetgeving komt hieraan tegemoet. In de moderne bv kunnen aandeelhouders makkelijker in- en uittreden en kunt u verschillende soorten aandelen uitgeven.
Voor bestaande vennootschappen gaan de nieuwe regels normaal gezien pas begin 2020 in. Toch bestaat de kans dat u al vroeger in het nieuwe systeem terechtkomt. Dat is mogelijk als de wet in 2019 gepubliceerd wordt en u zelf ergens in 2019 een nieuwe of bijkomende juridische structuur voor uw zaak wil opzetten.
- Meer info over het nieuwe vennootschapsrecht?Juridisch adviseur Sofie Libotton van SBB legt de hervorming helder uit.
2. Nieuwe regels voor een vrijstelling van de sociale bijdragen
Gaat het financieel even minder, dan kunt u een vrijstelling of vermindering van uw sociale bijdragen aanvragen. Sinds 1 januari is het RSVZ (Rijksdienst voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen) bevoegd en verloopt de procedure een stuk vlotter: het RSVZ zou binnen de maand na de aanvraag tot vrijstelling al een beslissing nemen.
Ook de voorwaarden veranderden lichtjes. Om een vrijstelling te krijgen, moet u:
- zelfstandige in hoofdberoep zijn
- tijdelijk financiële moeilijkheden hebben.Denk bijvoorbeeld aan een eenmalige tegenslag (zoals een brand) of een sector in crisis (zoals de horeca).
- de aanvraag indienen binnen een termijn van 12 maanden
Tot slot kunt u vanaf 1 januari een afzonderlijke aanvraag indienen voor de sociale bijdragen die u moet bijbetalen – ook wel gekend als de regularisatiebijdragen. Tot voor kort was dat enkel mogelijk voor de voorlopige bijdragen.
De nieuwe regels voor een vrijstelling bevatten nog andere wijzigingen en kleine lettertjes. Uw sociaal verzekeringsfonds licht die graag toe.
3. Beter sociaal statuut voor zelfstandigen
In 2019 wordt ook het sociaal statuut van de zelfstandigen weer wat verbeterd:
- Zelfstandige mama’s krijgen hun moederschapsuitkering sneller uitbetaald. Vanaf 1 januari staat het bedrag na een maand op de rekening.
- Zelfstandige 65-plussers krijgen meer bescherming. Er zijn heel wat zelfstandigen die langer dan hun 65ste willen blijven werken. Zij kunnen nu, net zoals werknemers, rekenen op een ziekte-uitkering van 6 maanden. Bovendien blijven ze in deze periode hun pensioen verder opbouwen.
4. Verlies compenseren dankzij de groepsbijdrage
Deze nieuwe fiscale optimalisatie – eentje uit het Zomerakkoord – richt zich op ondernemers met meerdere vennootschappen. Vanaf boekjaar 2019 kunt u het verlies van uw ene vennootschap compenseren met de winst van de andere. Wel moet het gaan om groepsvennootschappen (moeder, dochter- of zustervennootschappen) en zijn er, zoals gewoonlijk, nog verschillende andere voorwaarden. Hebt u interesse, dan loodst uw accountant u doorheen deze piste.
5. De verlaging van het vennootschapstarief
Helemaal nieuw is de hervorming van de vennootschapsbelasting niet, maar ook in 2019 zal u de positieve effecten duidelijk merken. Even recapituleren: de nieuwe tarieven moeten ondernemers extra ademruimte geven. De oude percentages (33,99% of de zogenaamde verlaagde opklimmende tarieven) verdwenen. Vandaag ligt het basistarief op 29,58%, het verlaagd vast tarief op 20,40%. Bovendien dalen de percentages in 2020 nog eens, naar respectievelijk 25% en 20%.
6. Eenvoudigere btw voor e-commerce
Europa wil de btw-regels voor de online verkoop flink moderniseren. Vooral de intracommunautaire btw moet eenvoudiger. Die houdt in dat wanneer u producten verkoopt in het buitenland en een bepaald grensbedrag overschrijdt, u zich moet inschrijven bij de btw-administratie van het bestemmingsland. Dat grensbedrag beslist elk land zelf, en ligt tussen de 35.000 en de 100.000 euro.
Om de online verkoop te vergemakkelijken, is er nu een nieuwe grens voor digitale diensten zoals apps, games, muziek en films. Wanneer u deze verkoopt aan particulieren in een andere lidstaat, moet u btw aanrekenen van die lidstaat. Via een zogenaamde MOSS-aangifte kan u in één keer voor elke andere lidstaat dan België deze btw afdragen. U hoeft zich dus niet in elke lidstaat te gaan registreren. De Belgische btw draagt uw gewoon af aan de schatkist via de gewone btw-aangifte.
Deze regeling wordt nu nog vereenvoudigd. Zolang u onder de drempel van 10.000 euro blijft voor wat betreft de elektronische diensten aan particulieren in een andere lidstaat dan België, bent u enkel onderworpen aan de Belgische btw. Zo vermijdt u een hele resem btw-formaliteiten.
7. Meerwaarde op beleggingsaandelen voortaan belastbaar
Nog een maatregel uit het zomerakkoord (die al geldt voor boekjaar 2018): als kmo-vennootschap moet u belasting betalen op meerwaarden die u realiseert via beleggingen in aandelen of fondsen. Vroeger was u vrijgesteld van belastingen als u die aandelen minstens één jaar bijhield. De tarieven zijn 20,40% of 29,58%.
Er bestaat nog één soort aandelen waar de vrijstelling wél nog geldt: de zogeheten DBI bevek-aandelen. Een fiscale niche, informeer u dus grondig en laat u begeleiden.
8. Verhuur van onroerende goederen: nieuwe btw-regeling
Mogelijks goed nieuws voor wie panden verhuurt: vanaf dit jaar mag u in bepaalde gevallen btw rekenen. Dat betekent dat de btw die u zelf betaalde op de bouw van het pand, ook aftrekbaar wordt. Onder sommige voorwaarden (bij nieuwe gebouwen) is die btw optioneel, en soms is hij verplicht (bij de zogeheten kortdurende verhuur). Ook voor de verhuur van opslagruimten is er een en ander gewijzigd. Deze blogpost doet alles grondig uit de doeken.