SLUIT MENU

Verkiezingen: Verschillen tussen de statuten wegwerken

De meeste politieke partijen zijn het erover eens dat de statuten gradueel naar elkaar moeten groeien. De manier waarop dit moet gebeuren, is bij de partijen niet overal hetzelfde.

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) pleitte eerder al voor een geharmoniseerd statuut tussen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. Volgens topman Pieter Timmermans maakt de harmonisering niet alleen de mobiliteit op de arbeidsmarkt aantrekkelijker, maar vereenvoudigt het ook de sociale zekerheid van gemengde loopbanen.

Diezelfde mening deelt Open Vld. De drie aparte stelsels zijn niet alleen administratief complex, maar ze remmen ook de mobiliteit af tussen de verschillende soorten activiteiten. “De tijd waarin mensen hun hele carrière lang hetzelfde deden, is al lang voorbij”, legt Thomas Vanwing, woordvoerder bij Open Vld uit. “De verschillen in het niveau van sociale bescherming worden vaak als heel onrechtvaardig ervaren. Voor het sociaal statuut voor iedereen zullen de nodige overgangsperiodes worden gehanteerd en zullen de in het verleden opgebouwde rechten maximaal gevrijwaard worden.”

Ook sp.a merkt dat steeds meer mensen een gemengde loopbaan hebben. De sociaal-economische risico’s van werkenden zijn heel vergelijkbaar. De stapsgewijze verbetering van het sociaal statuut van zelfstandigen moet zijn sluitstuk krijgen met een degelijke bescherming bij inkomensverlies door omzetverlies of ziekte.

Progressief model

Groen wil de verschillen tussen de statuten geleidelijk wegnemen, met behoud van een hoog beschermingsniveau. Dat betekent een harmonisatie in verlofsystemen, de behandeling van beroepskosten of uitkeringen in het geval van ziekte of arbeidsongevallen. De partij trekt niet enkel de bescherming gelijk, maar ook de bijdragestructuur. “We kiezen voor een progressief model voor alle werkenden, waarbij de socialezekerheidsbijdrage met het inkomen toeneemt”, aldus Tom Vandenbrande van de studiedienst van Groen. “Je kan bijklussen naast je job, zelfs voor een bedrag hoger dan 6.000 euro, maar dat belasten we aan het progressief tarief in plaats van een lager tarief.” Het is voor Groen logisch om het lang onderhandelde eenheidsstatuut voor alle werknemers te gebruiken. Uitzonderingsstatuten voor sportbeoefenaars, studenten, parlementsleden of handelsvertegenwoordigers willen ze uitdoven.

Eén statuut

Ook de N-VA wil evolueren naar één werknemersstatuut. Eerste fase hierin is geen onderscheid meer tussen het arbeiders- en bediendenstatuut, vervolgens geen verschil meer tussen ambtenaren en werknemers. Bij de overheid wordt de contractuele aanwerving de regel. “Om het statuut van werknemers en zelfstandigen op elkaar af te stemmen, moet ook een hervorming gebeuren rond de hoogte van de sociale zekerheidsbijdragen, die bepalend zijn voor het sociaal vangnet van zelfstandigen en werknemers”, zo is bij N-VA te horen.

Vlaams Belang wil eveneens de schotten tussen de statuten weg om de mobiliteit te versterken. “Daarom willen wij de sociale en fiscale behandeling stelselmatig gelijkschakelen”, zegt Tom Vandendriessche van Vlaams Belang. “We beginnen met het garanderen van een minimumpensioen na een volledige loopbaan (66.000 uur arbeid) – ongeacht het statuut – van 1.500 euro per maand.

CD&V streeft naar elkaar toegroeiende professionele stelsels, met een vlotte doorstroom tussen de statuten en zo weinig mogelijk drempels op het vlak van sociale bescherming, in het belang van een vlotte arbeidsmarktmobiliteit. “Concreet betekent dat het op elkaar afstemmen van verlofstelsels, meer gelijk(w)aardige pensioenen en naar elkaar convergerende arbeidsongeschiktheidsregelingen met een einde aan het ziektepensioen voor de ambtenaren, rekening houdend met een duurzame financieringslogica (en de historische wortels ervan) en het behoud van verworven rechten en voldoende lange en redelijke overgangsmaatregelen”, zegt Steffen van Roosbroeck, woordvoerder CD&V.

Betere bescherming zelfstandigen

De PVDA ten slotte is ook voor het wegwerken van de verschillen in de statuten, maar dat mag op geen enkele wijze leiden tot minder gunstige sociale arbeidsvoorwaarden en -rechten. De partij wil onder meer de zelfstandigen een betere sociale bescherming bieden door het pensioen op te trekken naar 75 procent van het gemiddelde beroepsinkomen (met een minimum van 1.500 euro), het overbruggingsrecht uit te breiden naar werkloosheidsuitkeringen voor zelfstandigen en naar een vergoeding voor ziekte of werkonbekwaamheid (vanaf de eerste dag), equivalent aan de uitkering van een werknemer. De partij pleit ook voor een verhoging van de progressiviteit van de belastingen voor zelfstandigen. “Zelfstandigen maken het economische weefsel en de hoofdactiviteit uit in onze wijken en gemeenten. Ze spelen dikwijls een sociale en innovatieve rol. We moeten dit koesteren”, zo zegt Simon de Beer, woordvoerder van PVDA.

In dit artikel is het antwoord te lezen op de tweede van vijf vragen die de verschillende Vlaamse partijen is gesteld. Hun antwoord op de overige vragen lees je de aankomende week in losse artikelen hier op NextConomy.

Het volledige dossier is hier te lezen.

 

Melanie De Vrieze is freelance journalist and reporter for NextConomy. Bekijk alle berichten van Melanie De Vrieze